Bouw opgeslagen koolstof certificeringsprotocol
Samenvatting
Dit protocol biedt een uitgebreid kader voor het certificeren van het netto koolstofverwijderingsvoordeel (NCRB) van biobased bouwprojecten. Het is ontwikkeld door de Climate Cleanup Foundation, sluit aan bij het EU-certificeringskader voor koolstofverwijdering en heeft als doel de koolstofopslag in de bouwsector te monetariseren. Het document schetst de processen voor subsidiabiliteit, meting, rapportage en verificatie (MRV) om te zorgen voor strenge normen voor het kwantificeren van koolstof die is verwijderd uit de atmosfeer en opgeslagen in biobased bouwmaterialen. Belangrijkste punten
1. Subsidiabiliteitscriteria: Projecten moeten duurzaam gewonnen biogebaseerde materialen gebruiken met een levensduur bij eerste gebruik van minstens 35 jaar en voldoen aan additionaliteits- en duurzaamheidsbenchmarks.
2. Certificeringsstappen: Certificering is onderverdeeld in fasen – ‘in ontwerp’, ‘in aanbouw’ en ‘zoals gebouwd’ – met duidelijke eisen voor documentatie, validatie en verificatie in elke fase.
3. Kwantificeringskader: Het protocol standaardiseert methoden om NCRB te berekenen met behulp van gegevens uit levenscyclusanalyses (LCA’s), waaronder milieugebonden productverklaringen (EPD’s). Hoe het u kan helpen
Dit protocol is een essentieel hulpmiddel voor ontwikkelaars, projectexploitanten en beleidsmakers die:
– geïnteresseerd zijn in het certificeren van koolstofopslagvoordelen in biobased bouwprojecten.
– ernaar streven om bouwpraktijken af te stemmen op duurzaamheidsdoelen en kaders voor het te gelde maken van koolstofverwijdering.
– methodologieën onderzoeken voor robuuste en transparante koolstofverwijderingscertificering om groene financiering aan te trekken.
Belangrijkste bevindingen
1. Kwantificering van koolstofbaten: Het protocol garandeert een nauwkeurige berekening van verwijderde en opgeslagen koolstof met behulp van gestandaardiseerde formules en openbare instrumenten.
2. Integratie van duurzaamheid: Certificering bevordert de langetermijnopslag van biogene koolstof en houdt rekening met nevenvoordelen zoals biodiversiteit en de principes van de circulaire economie.
3. Afstemming van investeringen en beleid: Maakt de overstap naar biogebaseerde materialen mogelijk door te voorzien in een traject voor het te gelde maken van koolstofopslag, het aanmoedigen van marktacceptatie en groene financiering.